Historie

De RKSV Quick werd op 12 oktober 1920 als een omni-vereniging opgericht. Naast voetbal kende de vereniging een gymnastiekafdeling en een korfbalafdeling. Een maand later meldt een krantenbericht dat de nieuwe club al 60 leden telt van wie de meeste een duidelijke belangstelling voor de voetbalsport hebben. De afdeling voetbal van de omni-vereniging Quick, bekend onder de naam "De Tukkers", vierde het allereerste kampioenschap op 7 januari 1924. Ten tijde van het 10-jarig bestaan in 1930 kende de RKSV Quick 270 leden en is er tevens sprake van jeugdvoetbal. In oktober 1932 vindt er een gedeeltelijke afscheiding plaats binnen het bestuur van de omni-vereniging. Zo wordt de afdeling voetbal van Quick zelfstandig. In deze tijd kende voetballend Nederland twee overkoepelende voetbalorganisaties: de NVB en de ICVB. Het was Quick niet toegestaan om wedstrijden te spelen tegen clubs uit de NVB. Hoewel begin 1940 de spanning van een dreigende oorlog voelbaar was werd de competitie normaal afgewerkt. Quick werd aan de vooravond van de tweede wereldoorlog kampioen van de 1e klasse Oost van de ICVB. De oorlog betekende eveneens het einde van de katholieke voetbalbond ICVB en de toetreding tot de Nederlandse Voetbalbond (NVB).

Om de kennis van de voetbalsport zowel in tactisch als in technisch opzicht te bevorderen, werden in het Oldenzaalse St. Josephgebouw lezingen georganiseerd. Zelfs de vaak zo ondankbare taak van de scheidsrechter en de grensrechter werd toen al besproken. Zodra vergaderingen van bestuur en commissies waren afgelopen, was er in het Parochiehuis volop gelegenheid om te kaarten, te schaken of te dammen. En volgens goede traditie kwamen op Hemelvaartsdag voor dag en dauw vele Quick-leden samen om te gaan dauwtrappen. Daarmee werd reeds toen, in de jaren '30, het bewijs geleverd, dat Quick naast het voetbal ook voor tal van andere activiteiten open stond. De feest- en ontspanningsavonden van Quick waren in die jaren (en daarna) bij wijze van spreken ‘wereldberoemd' in Oldenzaal.

Na de bevrijding werd door het bestuur en diverse commissies orde op zaken gesteld. De velden kregen een grote onderhoudsbeurt. Met het eerste naoorlogse beginsignaal was Quick er klaar voor. Het seizoen 1945-1946 werd afgesloten met een kampioenschap in de 3e klasse en promotie naar de 2e klasse. Het seizoen 1947-1948 verliep teleurstellend en degradatie naar de 3e klasse was een feit. Vier seizoenen later, in de competitie 1952-1953, deed Quick, nog steeds in de 3e klasse, andermaal van zich spreken door het behalen van het kampioenschap. Het behalen van het kampioenschap betekende toen nog niet, dat Quick automatisch naar de 2e klasse promoveerde. Daartoe moesten eerst nog twee promotiewedstrijden worden gespeeld tegen Epe. Na een gelijkspel en een overwinning was het pleit beslecht en werd Quick weer 2e klasser. Dit waren goede jaren voor Quick'20, want twee jaar later volgde de promotie naar de 1e klasse, als gevolg van de komst van het betaalde voetbal. Het gevolg was dat er meer moest worden gereisd om te spelen tegen clubs als WVC Winterswijk, WAVV Wageningen, WVV Winschoten, Muntendam, Zwaagwesteinde maar ook al tegen Sneek en Achilles 1894. In de periode hierna was voor Quick'20 enkel een plaats in de middenmoot weggelegd. Vanaf 1956 is er bij Quick'20 sprake van een forse leden-toename, een bijna verdubbeling in 5 jaar: 607.

De resultaten in het begin van de jaren zestig waren ook niet al te denderend. Het is wel duidelijk dat Quick'20 in deze jaren aan een nieuw elftal bouwde. In 1963 ondergaat Quick'20 een naamswijziging. In plaats van RKSV Quick'20 heet de club voortaan KVV Quick'20. Dit is tevens het jaar dat het sportpark Vondersweijde aan de Primulastraat in gebruik werd genomen. Op 10 mei 1964 was het dan eindelijk zover. Quick'20 werd kampioen van de 1e klasse D, door een gelijkspel (1-1) tegen Leones uit Beneden Leeuwen. In de strijd om het landskampioenschap werd een 2e plaats behaald achter CVV uit Rotterdam. In het seizoen 1965-1966 werd opnieuw de titel veroverd. En weer streed Quick'20 om de landstitel. In de A-poule, samen met JOS en Emmen, eindigde Quick'20 als eerste. In de daaropvolgende finalewedstrijden ging Middelburg, de winnaar van de B-poule, er met de titel vandoor, hoewel vriend en vijand het erover eens waren dat de Oldenzalers heel wat meer kwaliteit en techniek in huis hadden.

De groei van het ledental zette door. Met 831 leden in 1970 (nu 1850) behoorde Quick'20 toen reeds tot de grotere verenigingen van Nederland. Met de instelling van de hoofdklasse in 1974-1975 miste Quick'20, als gevolg van de eindklassering in de 1e klasse D, de boot. Er moest worden gewacht tot 1 mei 1977. Na een 3-1 overwinning op HSC'21 kon de kampioensvlag worden gehesen en de promotie naar die felbegeerde hoofdklasse was een feit. Aan het eind van het seizoen 1983-1984 pakten zich donkere wolken samen boven Quick'20. De voor klassebehoud zo belangrijke wedstrijd tegen Rohda Raalte werd met maar liefst 5-0 verloren. Het verdriet viel toen van ieders gezicht af te lezen. Degradatie naar de 1e klasse was niet meer af te wenden. Het seizoen 1989-1990 werd in een spannende race met Leones afgesloten met een fraai kampioenschap en de terugkeer naar de hoofdklasse. In de laatste wedstrijd van het seizoen 1992-1993, temidden van een zee van zwart-witte paraplu's, werd de tot nu toe enige kampioenstitel in de hoofklasse veroverd door een eclatante zege op het Groningse Be Quick: 5-0. In de strijd om de landstitel bij de zondagamateurs eindigde Quick'20 als tweede achter Holland. Na dit kampioensjaar sleepte Quick'20 nog 4 periodetitels binnen en is daarmee een bijna structurele deelnemer aan de Amstelcup.

Het seizoen 2008-2009 was voor Quick'20 het beste seizoen sinds jaren. Niet alleen deed Quick'20 tot en met de allerlaatste competitiewedstrijd mee om de titel (uiteindelijk ging WKE met het kampioenschap aan de haal en werd Quick vierde), maar ook werd de tweede periodetitel gepakt en plaatste Quick'20 zich voor het eerst in de historie voor de bekerfinale. In de eindstrijd ging de ploeg van trainer Rene Nijhuis echter onderuit tegen Go Ahead Kampen (5-0). Toch stal Quick dit seizoen de harten van de supporters en waren er fraaie individuele prijzen voor Andreas Gurkan (winnaar klassement voetballer van het jaar Twentsche Courant Tubantia, de jongste winnaar ooit!), Tim Engbers (derde in hetzelfde klassement) en Jordi Kamphuis (winnaar klassement Twentesport.com). Andere successen waren de promotie van het B1-en D1-elftal naar de eerste divisie en de overwinning van Quick'20 in de Beltona Beloftencompetitie. Al met al een seizoen om met veel genoegen op terug te kijken.

Het seizoen 2009-2010 stond in het teken van de Topklasse, oftewel de promotie naar deze nieuwe klasse tussen de eerste divisie en de hoofdklasse. Quick'20 plaatste zich op fraaie wijze voor de Topklasse met een derde plek in de eindklassering. Daarnaast werd wederom de bekerfinale gehaald, die na door Quick'20 gewonnen rechtszitting tegen de KNVB, werd gespeeld op het bijveld 3. De eindstrijd werd gewonnen door HSC'21, met 1-0. Groots was ook de uitbreiding van ons clubgebouw, een prachtig werk om trots op te zijn. Een nieuw clubgebouw, een schitterend jeugdhome en fraaie bestuurskamer; ze voldoen stuk voor stuk aan de eisen van deze tijd. Opvallend was dat veel leden mee hielpen om de centen bij elkaar te krijgen door zogenaamde Quick - certificaten van 100 euro stuk te kopen.

Het eerste seizoen in de Topklasse (2010-2011) was er eentje met veel onrust. Enerzijds handhaafde de spelersgroep zich prima, maar buiten de krijtlijnen was er zoveel discussie over en weer dat veel spelers ervoor kozen hun heil elders te zoeken. In het seizoen 2011-2012 begon een ultrajonge ploeg (gemiddelde leeftijd 20,4 jaar) onder leiding van de nieuwe trainer Wiljan Mossing Holsteyn vol enthousiasme aan een loodzware missie om om het hoofd boven water te houden. Dat lukte niet. Kansloos degradeerde de ploeg op 1 april 2012 (geen grap) naar de hoofdklasse. Tijdens de Oldenzaalse sportverkiezing viel er wel goed nieuws te noteren: Jill Roord, speelster van jongens C1, won de aanmoedingsprijs. Vanaf het seizoen 2012-2013 speelt ze bij jongens C1 van FC Twente, iets dat nog nooit is gebeurd op dit niveau. Het A1-elftal pakte het kampioenschap en keerde terug naar de tweede divisie. Tijdens de algemene ledenvergadering gingen de leden akkoord met een verkleining van het bestuur; van elf naar zeven bestuursleden. Acht bestuurslede namen afscheid, waaronder voorzitter Jeroen Keizer. Hij werd opgevolgd door Gerard Heskamp. Tijdens de jaarvergadering werd Ben Bruinink benoemd tot erelid.

Bron: www.quick20.nl